Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [2]Een ieder zal van de vrucht des monds het goede [3]eten; maar de ziel der trouwelozen [4]het geweld. 2. Hebreeuws, van de vrucht des mans monds zal hij het goede eten; dat is, van zijn wijze en godvruchtige redenen. Vergelijk boven hfdst.12 vs.14. 3. Dat is, gebruiken en genieten. Zie Job 21:25. 4. Namelijk eten, dat is ontvangen en krijgen de straf, die ze verdiend hebben over het geweld aan anderen gedaan.